|
||||||||
|
Het moet mij nog maar eens van het hart: wij, bewoners van dit onooglijk kleine landje bij de Noordzee, moeten dringend leren op te houden met zeuren over wat de Covid-pandemie ons allemaal ontzegt of afneemt. Zouden we niet veel beter genieten van al wat we wel mogen, kunnen, hebben…. Dat Covid een aantal van onze verworvenheden op de helling zet, hoor je mij niet betwisten, maar ik ben en blijf er van overtuigd dat er meer dan genoeg overblijft om het leven hier best doenbaar en draaglijk te vinden, zeker in vergelijking met wat mensen in grote delen van de wereld meemaken in veel minder comfortabele omstandigheden. Waarom ik dit hier en nu schrijf? Gewoon, omdat ik de voorbije week het genoegen had uitgebreid te kunnen luisteren naar de debuutplaat van Hands in Motion, een trio van rasmuzikanten die, met alleen maar percussie-instrumenten, een plaat uitbrengen, waarmee zij een flink deel van de andere wereld onze huiskamer binnenbrengen. De muzikanten waar het om gaat, zijn van zichzelf niet van de minsten:alledrie hebben ze in de loop van de voorbije jaren een repertoire bijeen gespeeld dat je met één woord bijzonder accuraat kunt omschrijven: grenzenloos. Om te beginnen bij Simon Leleux, de specialist van de Oosterse ritmes en van de doholla, de grote, basbroer van de darbuka. Na opleidingen bij de grootste meesters als Levent Yildirim en een opleiding in Indische percussie in Amsterdam, werd hij stilaan “incontournable” in de Brusselse en bij uitbreiding Belgische wereldmuziekscene en je vindt zijn naam terug bij alles wat er de jongste tien jaar toe doet: van “Refugees for Refugees” en het Lamekan Ensemble tot Tcha Limberger, Fabrizio Cassol en het duo Vardan Hovanissian/Emre Gültekin. De wieg van Robbe Kieckens stond in Afrika en dan start je vanzelfsprekend met een streepje voorsprong. Nochtans specialiseerde hij zich eerder in de Midden-Oosterse muziek, waarin hij met zijn frame-drum stilaan de referentie voor alle anderen is geworden. Zijn werkzaamheden met onder anderen Tristan Driessens, Myrddin (ook al) het Lamekan-ensemble en, meer recent Compro Oro en de band van Lara Rosseel zijn daar evenveel getuigen van. De minste bekende van de drie is wellicht Falk Schrauwen, een jonge (naar ik meen) Mechelse percussionist, die van Electronica houdt en eerder ons pad kruiste met de duoplaat “Trance Plantations”, die hij met Nathan Daems maakte, maar die we ook tegenkwamen bij Bruno Vansina en op plaatwerk van Guy Verlinde, Balthazar, Eefje De Visser en…Sylvie Kreusch. Dat zijn een boel referenties, waar je mee kunt buitenkomen, maar laten we eerlijk wezen: met referenties koop je niks, als je product niet OK is. Ik mag u geruststellen, lezer: deze plaat is een heerlijke, langzame wandeling doorheen een soort muzikale Tuin van Eden, waar alles door ritme bepaald wordt. Dit is exotica van de allerpuurste soort, gemaakt door meer dan excellente muzikanten, die je van allerlei dingen kunt verdenken, maar zeker niet van een gebrek aan smaak. Single en opener “Masmoudi” kenden we al van even voor de jaarwisseling en de rest moet daar niet voor onderdoen: dit is muziek die je bij je nekvel grijpt. Hier niét naar luisteren, is onmogelijk en nog meer dan van de technische kunde van de muzikanten, kom je onder de indruk van hun muzikale en compositorische vernuft. Een plaat om te koesteren en een perfect anti-zeurmiddel! (Dani Heyvaert)
|